Figuren en tabellen

In wetenschappelijke teksten wordt veel gebruik gemaakt van figuren en tabellen. Beide kunnen complexe informatie op een overzichtelijke manier weer, indien de auteur ze ook overzichtelijk heeft vormgegeven.

Algemeen

Sommige regels betreft opmaak gelden voor zowel tabellen als grafieken. Zo dienen ze beide genummerd te zijn, maar wel apart genummerd: in een tekst kan er dus zowel een tabel 1 als een figuur 1 opgenomen zijn. Verwijs in de lopende tekst altijd naar een figuur of tabel met behulp van het nummer, niet de locatie ("zie het figuur hieronder"). De locatie kan namelijk in de uiteindelijke versie net anders zijn.

In principe dient een figuur of tabel op de pagina te staan waar deze het eerst genoemd wordt. Het is ook beter als deze op één pagina passen, zodra ze langer worden verliezen figuren en tabellen snel aan overzichtelijkheid.

Verder geldt voor de opmaak dat het belangrijk is om binnen een tekst consistent te zijn. Het maakt bijvoorbeeld weinig uit of 'Figuur 1' of 'Fig. 1' gebruikt wordt om een figuur aan te duiden, maar zorg er voor dat niet 'Figuur 1' en 'Fig. 2' door elkaar gebruikt worden.

Zelfstandig leesbaar

Iedere figuur en tabel dient zelfstandig leesbaar te zijn. Om hierbij te helpen, heeft iedere figuur en tabel een bijschrift: een bovenschrift bij een tabel en een onderschrift bij een figuur. In dit bijschrift staat het nummer van de tabel of figuur, de titel en de overige informatie die nodig is om het te kunnen begrijpen. Bijschriften hoeven niet per se volzinnen te zijn, hoewel het voor de leesbaarheid vaak wel beter is om één of meerdere volledige zinnen te gebruiken.

Ook de lopende tekst dient zelfstandig leesbaar te zijn, dus zonder de figuren en tabellen. Leg daarom ook in woorden uit wat de belangrijkste informatie is die in de figuur of tabel wordt weergegeven en zorg dat er meer staat dan een verwijziging naar een figuur.

Uit een andere bron

Als een figuur of (minder gebruikelijk) tabel ontleend wordt aan ander werk, zet dit dan op het einde van het bijschrijft of er als notitie direct onder, en zet de bron ook bij de gebruikte referenties. Doe dat nog steeds als het figuur wordt aangepast en vermeld dat er aanpassingen zijn.

Voorbeelden van verwijzingen Figuur 2. De werking van een compiler (aangepast van Wikimedia Commons).
Hergebruikt met toestemming van Wilfredo R Rodriguez H
Bron: Wikimedia Commons, Wilfredo R Rodriguez H

Figuren die niet uit het publieke domein komen en waarvoor de auteur geen toestemming geeft voor hergebruik, kunnen formeel alleen gebruikt worden indien gebruik onder fair use valt (of het nog strengere Nederlandse citaatrecht). Wees hier voorzichtig mee, zeker als het werk waarin deze gebruikt worden gepubliceerd wordt, online of anderszins.

Specifiek

Hieronder staan specifieke tips voor figuren, grafieken, en tabellen.

Figuren

Figuren zijn visuele representaties van informatie die de lezer snel moet kunnen begrijpen, zonder de hele tekst te hoeven lezen. Voorbeelden van figuren zijn grafieken, diagrammen, foto's, tekeningen, schema's en modellen.

Het valt aan te raden om figuren zwart-wit te houden. Wanneer kleur gebruikt wordt, moet er rekening mee gehouden worden dat de figuren nog steeds begrijpelijk zijn wanneer deze in zwart-wit geprint worden of bestudeerd worden door mensen die kleurenblind zijn.

Grafieken

Grafieken zijn specifiek type figuren die uitermate geschikt zijn om kwantitatieve resultaten weer te geven: de meeste lezers zien liever een duidelijk afbeelding dan een lijst met getallen. Het voordeel van grafieken is dat ze letterlijk een duidelijker beeld geven dan beschrijvende statistiek zoals een gemiddelde. Dit zie je bijvoorbeeld terug bij de Datasaurus.

Grafieken zijn uitermate geschikt om verandering of een patroon weer te geven. Daarbij geldt wel dat niet iedere grafiek die gemaakt wordt, in een tekst dient te eindigen. Het maken van grafieken kan een onderzoeker helpen om scherp te krijgen wat er precies gebeurt en wat de kernboodschap wordt, waarna alleen de grafieken opgenomen worden die interessant zijn omdat ze aan de boodschap bijdragen.

Het beste kan een grafiek simpel gehouden worden, met een x- en y-as en enkele lijnen. Wanneer er meerdere lijnen in een grafiek staan, zorg dan dat er legenda in de grafiek staat die aangeeft waar een specifieke lijn voor staat. Nog beter is als de lijnen direct een label hebben naast de lijn, waardoor een aparte legenda overbodig is. Ook de assen dienen een label te hebben. Het is gebruikelijk om op de x-as datgene te zetten dat gevarieerd wordt en op de y-as datgene dat gemeten wordt.

Let er op dat de grafiek duidelijk zichtbaar maakt wat de resultaten zijn, maar niet gebruikt kan worden als bewijs voor de resultaten: daarvoor zijn over het algemeen statistische toetsen nodig. Andersom is het mogelijk om een grafiek te maken waarin de assen zo gekozen worden dat de meest minuscule verschillen groot lijken - misleid de lezer niet hiermee.

Tabellen

Gebruik een tabel in plaats van een grafiek wanneer exacte waardes belangrijk zijn. Als vuistregel kan gebruikt worden dat het logisch is om een tabel te gebruiken wanneer grofweg 4 tot 10 waardes weergegeven worden. Meer dan dat en een grafiek is waarschijnlijk overzichtelijker, minder en de getallen kunnen in de lopende tekst zonder figuur of tabel. Zorg dat in de tabel getallen consequent afgerond worden, dus de lengte van ieder cijfer is achter de komma hetzelfde. Zet voor een betere leesbaarheid bij cijfers van 5 of langer een spatie na iedere 3 cijfers, rekenend vanaf de komma.

Daarnaast wordt een tabel gebruikt wanneer het niet om kwantitatieve maar kwalitatieve informatie gaat, zoals een tabel met de verschillen tussen AMD en Intel processoren op diverse aspecten.

Ongeacht of er tekst of getallen in staan, ieder tabel bestaat uit kolommen met een titel en eventueel een eenheid zoals bijvoorbeeld "Grootte (byte)". Rijen hebben over het algemeen labels. Voor beide is weinig ruimte - probeer deze toch voluit te schrijven. Als het noodzakelijk is om een afkorting te gebruiken, schrijf het dan voluit in het bovenschrift en de lopende tekst zodat helder is waar de afkortingen voor staan.

Wees beperkt met het gebruik van horizontale lijnen tussen de rijen. Het is gebruikelijk om een lijn onderaan en bovenaan de tabel te plaatsen een een direct onder de kolomkoppen. Zet eventueel lijnen tussen groepen rijen, maar zeker niet na iedere rij. Verticale lijnen tussen de kolommen worden zelden gebruikt.

Bronnen