Het onderzoeksvoorstel

Onderzoek wordt gefinancierd door drie geldstromen uit verschillende richtingen. Universiteiten krijgen via de eerste geldstroom een gedeelte van de financiering voor wetenschappelijk onderzoek direct van de overheid. Daarnaast stelt de overheid via de tweede geldstroom subsidies beschikbaar aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW), welke deze verdelen onder excellente en vernieuwende wetenschappelijke onderzoeken. Tot slot kunnen onderzoekers zelf geld verwerven via het bedrijfsleven en stichtingen. Deze derde geldstroom is overheidsonafhankelijk.

Om aanspraak te kunnen maken op financiering voor een nieuw onderzoek, wordt een uitgewerkt idee voor dit onderzoek gepresenteerd aan de subsidiënten in een onderzoeksvoorstel. In dit voorstel worden één of meerdere experimenten of projecten helder beschreven en worden de wetenschappelijke relevantie en de innovatieve aspecten van het onderzoek aangegeven. Daarnaast wordt er soms gevraagd om het voorstel mondeling te verdedigen in een presentatie.

Opbouw

Onderdeel Inhoud
Titel (in één zin) Wat houdt het voorstel in?
Abstract Geeft een overzichtelijke samenvatting van het gehele onderzoeksvoorstel. Wat is de wetenschappelijke relevantie en welk onderzoek wil men uitvoeren?
Inleiding Wat is het onderwerp? (brede context)
Waarom is dit een belangrijk onderwerp? (maatschappelijke relevantie)
Wat is er al bekend over het onderwerp? (eerdere bevindingen)
Wat voor inzicht in een bepaald verschijnsel zullen de resultaten opleveren? (wetenschappelijke relevantie)
Wat is de vraagstelling? (onderzoeksvraag)
Wat is het antwoord op de vraagstelling? (onderzoekshypothese)
Waarom is dit de onderzoekshypothese (met onderbouwing uit de literatuur)?
Wat is de proefopzet?
Wat is de voorspelling?
Onderzoeksaanpak De methode (of experimentele opzet) wordt in detail beschreven.
Onderzoeksobjecten, eventuele locatie, procedure en data-analyse worden hierin opgenomen.
Relevantie en Innovatie Relevantie: hoe dragen de resultaten van het onderzoek bij aan het oplossen van het probleem?
Innovatie: op welke manier is het onderzoek vernieuwend?
Projectplanning Bevat een tijdsplanning en kostenposten
Literatuur Welke bronnen zijn gebruikt?

Titel

De titel is het eerste dat gelezen wordt van het onderzoeksvoorstel en moet pakkend zijn, waardoor de aandacht van de lezer getrokken wordt. De titel moet wel bondig geformuleerd worden en de lading van het voorstel goed dekken. Zorg ervoor dat de belangrijkste termen (sleutelwoorden) in de titel staan.

Abstract

Hoewel een abstract aan het begin van een onderzoeksvoorstel staat, wordt dit als laatst geschreven. Het abstract is een overzichtelijke samenvatting van het gehele onderzoeksvoorstel, waarin beknopt de wetenschappelijke context en een beschrijving van het onderzoek worden weergegeven.

In het abstract zijn alle onderdelen uit het onderzoeksvoorstel terug te vinden (de brede context + (eventueel) maatschappelijke relevantie, eerdere bevindingen, wetenschappelijke relevantie, de onderzoeksvraag, een beknopte beschrijving van de onderzoeksopzet, de relevantie en de innovatieve aspecten van het onderzoek). Het abstract moet op zichzelf te lezen en te begrijpen zijn en wordt in een lopende tekst geschreven, waarin de beschreven onderdelen logisch op elkaar aansluiten. In het abstract wordt niet verwezen naar andere delen van het onderzoeksvoorstel en er wordt niet gerefereerd. Op andere plaatsen in het onderzoeksvoorstel komen de onderdelen uitgebreider aan bod en wordt er wel verwezen naar literatuur.

Inleiding

De inleiding in het onderzoeksvoorstel bevat dezelfde onderdelen van de empirische cyclus en volgt dezelfde structuur als de inleiding van een Onderzoeksartikel. Zowel de maatschappelijke relevantie als de wetenschappelijke relevantie van het onderzoek zijn belangrijk om het belang van het onderzoek te kunnen aangeven. De wetenschappelijke relevantie wordt voldoende onderbouwd met literatuur.

Onderzoeksaanpak

In de experimentele opzet wordt het onderzoek of experiment beschreven, dat antwoord op de onderzoeksvraag geeft. Het onderzoek wordt in een lopende tekst gedetailleerd en volledig beschreven. De lezer moet kunnen begrijpen hoe het onderzoek van begin tot eind in elkaar steekt. De experimentele opzet wordt onderverdeeld in vier subkopjes: onderzoeksobjecten, eventuele locatie, procedure en data-analyse. In tegenstelling tot het onderzoeksverslag wordt de experimentele opzet in het onderzoeksvoorstel in de tegenwoordige tijd geschreven, omdat het onderzoek nog niet is uitgevoerd.

Onderzoeksobjecten

Hier worden gegevens vermeld over de onderzoeksobjecten; de objecten waaraan de waarnemingen worden verricht. Bij experimenteel onderzoek gaat het hier vaak om proefpersonen die gebruikt worden in het onderzoek. Belangrijke gegevens zijn dan geslacht, leeftijd en herkomst. Ook de steekproefgrootte wordt vermeld en eventuele voorwaarden waaraan de onderzoeksobjecten moeten voldoen.

Locatie

Indien de locatie van het experiment de resultaten zou kunnen beïnvloeden, wordt onder dit kopje informatie over de locatie van het experiment gegeven.

Procedure

Hier wordt gedetailleerd en volledig de onderzoeksopzet beschreven. Uit een goede en volledige beschrijving van de procedure moet blijken dat er goed is nagedacht over de methodologie van het onderzoek en over hoe de metingen worden verricht. Men dient onder andere nagedacht te hebben over welke variabelen er precies onderzocht worden, welke andere factoren van invloed kunnen zijn op de metingen en of er foutieve metingen kunnen plaatsvinden. Deze aspecten worden meegenomen in een beschrijving van het onderzoek.

De praktische haalbaarheid van het experiment kan eventueel worden versterkt door aan te geven dat de beschreven methoden al in eerdere onderzoeken zijn toegepast. Dit wordt gedaan door bij de beschrijving van de methoden te verwijzen naar bestaande methoden uit de literatuur.

Data-analyse

In de analyse wordt vermeld welke data in het onderzoek verzameld worden en welke groepen met elkaar vergeleken worden. De te gebruiken statistische methode om de data te analyseren wordt beschreven, evenals de significantiegrens.

Relevantie en innovatie

Logischerwijs zal er geen subsidie worden verleend aan een onderzoek dat al eerder is uitgevoerd of dat niet relevant is voor de wetenschap en/of maatschappij. In dit onderdeel wordt daarom beschreven welk wetenschappelijk en/of maatschappelijk belang de resultaten hebben die het experiment zal opleveren.

Relevantie

De relevantie komt op twee niveaus terug in het onderzoeksvoorstel: de relevantie van het probleemgebied (wetenschappelijke relevantie), en de relevantie van het experiment. De wetenschappelijke relevantie staat reeds beschreven in de inleiding, met verwijzingen naar literatuur. In de relevantie van het experiment wordt wordt uitgelegd hoe de resultaten van het onderzoek kunnen bijdragen aan het oplossen van het probleem. Dit is dus veel specifieker dan de relevantie van het probleemgebied.

Innovatie

Naast de relevantie wordt aangegeven op welke vlakken het experiment vernieuwend is en wat de meerwaarde is ten opzichte van eerder en/of ander onderzoek. Zowel de relevantie als innovatie worden onderbouwd met wetenschappelijke literatuur.

De vorm van de discussie is dus de onderkant van een zandloper oftewel een omgekeerde trechter. In de discussie wordt de empirische cyclus voltooid met de evaluatiefase. Als vanzelfsprekend komt hier weer een nieuwe waarneming uit voort op basis waarvan weer nieuw onderzoek gedaan kan worden. De hele empirische cyclus is nu doorlopen.

Projectplanning

Tijdsplanning

Hier wordt globaal weergegeven wat de verwachte tijdsplanning is voor het voorgestelde onderzoek. In een overzichtelijke tabel wordt voor elke stap van het onderzoek vermeld hoeveel tijd (in aantal maanden) dit onderdeel zal kosten.

Kostenposten

Het moet helder zijn waar een eventuele subsidie voor gebruikt gaat worden. Daarom worden hier alle kostenposten van het onderzoek gespecificeerd. De kostenposten zullen vooral bestaan uit personele kosten (Aio, analisten, personeel voor veldwerk) en materiële kosten (hardware, ruimten, proefpersonen). Het is doorgaans voldoende om aan te geven waar geld voor nodig is, er hoeft niet vermeld te worden hoeveel geld er precies nodig is.


Inhoud Opbouw wetenschappelijke artikel